Artikel 1: Bestuur.
1. Elk jaar treed een derde van het bestuur af volgens een door het bestuur te maken rooster.
2. Indien een bestuurslid aftreed voor het einde van de termijn, waarvoor hij/zij was gekozen, voorziet het bestuur in vervulling van de vacature.
Het zo benoemde bestuurslid bekleed zijn/haar functie tot het einde van de termijn waarvoor diegene, in wiens plaats hij/zij treedt, was benoemd.
3. Het lidmaatschap van het bestuur eindigt:
a. door het expireren van de benoemingstermijn;
b. door overlijden;
c. door opzegging door het bestuurslid; de opzegging kan steeds met onmiddellijke ingang geschieden;
d. door ontslag door het bestuur, wanneer redelijkerwijs van het bestuur niet gevraagd kan worden het lidmaatschap te laten voortduren.
Het ontslag kan steeds met onmiddellijke ingang worden verleend;
e. indien het bestuurslid surseance van betaling aanvraagt, in staat van faillissement wordt verklaard en onder curatele wordt gesteld;
f. indien het bestuurslid zijn in artikel 6 genoemde kwaliteit verliest.
Artikel 2: Geldmiddelen.
1. De geldmiddelen van de stichting worden gevormd door:
a. Subsidies;
b. Donaties van bedrijven en particulieren, al dan niet jaarlijks herhaald;
c. Revenuen van het vermogen;
d. Erfstellingen, legaten en schenkingen,;
e. Sponsorgelden;
f. Vergoeding voor bewezen diensten;
g. Alle overige baten en bronnen van inkomsten.
h. Verkoop van aan het museum geschonken materialen
2. Het bestuur beslist over het aannemen van in lid 1 genoemde geldmiddelen. Erfstellingen kunnen niet anders worden aanvaard dan onder voorrecht van boedelbeschrijving.
Artikel 3: Museale artikelen.
- Het museum beheert voor de vereniging die materialen die voor de geschiedenis van de vereniging en haar groepen van belang zijn.
- Zij hanteert daarvoor de volgende richtlijnen:
a. Het bestuur verplicht zich om de als gift of als bruikleen gegeven artikelen op een zo verantwoord mogelijke wijze te bewaren.
b. Het bestuur houdt zich het recht voor giften en in bruikleen gegeven artikelen tentoon te stellen, waarbij zij ook hier op een zo verantwoord mogelijke wijze zal handelen.
c. Van elk afzonderlijk artikel behoudt het museum niet meer dan drie exemplaren.
d. Uitzondering op het in Artikel 3.2 c. gestelde zijn brieven van welke slechts 1 exemplaar zal worden bewaard.
e. Artikelen die niet als Scouting kunnen worden aangemerkt worden niet geregistreerd bewaard.
f. Artikelen als genoemd in Artikel 3.2 e. zullen alleen worden aangenomen indien deze de tentoonstelling kunnen ondersteunen.
g. Voor artikelen die zodanig zijn beschadigd dat zij niet meer herkenbaar zijn als Scouting geldt hetzelfde als onder Artikel 3.2 f.
- Het bestuur houdt zich het recht voor om artikelen te ruilen voor artikelen die het museum nog niet in het bezit heeft of aan te bieden ter verkoop.
Artikel 4: Vertegenwoordiging.
1. De voorzitter en de secretaris van het bestuur zijn belast met het uitvoeren van de besluiten van het bestuur. Zij vertegenwoordigen gezamenlijk de stichting in en buiten rechte. In het geval van ontstentenis of belet van de voorzitter of de secretaris wordt de stichting vertegenwoordigd door de voorzitter casu quo de secretaris en één ander lid van het bestuur.
Bestaat het bestuur slechts uit één persoon, dan wordt alsdan de stichting vertegenwoordigd door dit bestuurslid.
2. De geldmiddelen worden beheerd door de penningmeester.
3. De bestuurleden moeten zich jegens elkaar gedragen naar hetgeen door redelijkheid en billijkheid wordt gevorderd. Ieder bestuurslid is tegenover de stichting gehouden tot een behoorlijke vervulling van de aan het bestuurslid opgedragen taak.
4. Het bestuur is bevoegd tot het sluiten van overeenkomsten tot het huren, kopen, vervreemden of bewaren van registergoederen, mits daartoe besloten is met algemene stemmen in een vergadering waarin de meerderheid van alle bestuurders aanwezig is.
Het bestuur is niet bevoegd tot het sluiten van overeenkomsten waarbij de stichting zich als borg of hoofdelijk medeschuldenaar verbindt, zich voor een derde sterk maakt of zich tot zekerheidstelling voor een schuld van een derde verbindt.
Artikel 5: Vergaderingen.
1. Het bestuur komt tenminste tweemaal per jaar bijeen.
2. Van het verhandelde in de vergaderingen worden notulen gehouden.
3. Het bestuur kan ter vergadering alleen dan geldige besluiten nemen indien de meerderheid zijner in functie zijnde leden ter vergadering aanwezig is en voor die vergadering alle bestuursleden behoorlijk zijn opgeroepen.
4. Zolang in een bestuurvergadering alle in functie zijnde bestuursleden aanwezig zijn, kunnen geldige besluiten worden genomen over alle aan de orde komende onderwerpen, mits met algemene stemmen, ook al is de vergadering niet afzonderlijk bijeengeroepen.
5. Het bestuur kan ook buiten vergaderingen besluiten nemen, mits alle bestuursleden in de gelegenheid zijn gesteld zich schriftelijk over het te nemen besluit uit te spreken en geen van de bestuursleden zich tegen deze wijze van besluiten verzet.
Van een aldus genomen besluit wordt onder bijvoeging van de ingekomen antwoorden door de secretaris een relaas opgemaakt.
6. Over zaken wordt mondeling gestemd, tenzij een der stemgerechtigde bestuursleden om een schriftelijke stemming verzoekt.
7. Over personen wordt schriftelijk gestemd. De voorzitter van de vergadering kan de stemming op andere wijze doen plaatsvinden indien geen van de stemgerechtigde bestuursleden zich daartegen verzet.
8. Ieder bestuurslid heeft recht tot het uitbrengen van een stem.
9. Blanco en ongeldig uitgebrachte stemmen worden geacht niet te zijn uitgebracht en tellen niet mee.
10. Besluiten worden genomen met de gewone meerderheid van het aantal uitgebrachte geldige stemmen.
Artikel 6: Boekjaar, rekening en verantwoording.
1. Het boekjaar van de stichting is gelijk aan het kalenderjaar.
2. Het bestuur is verplicht jaarlijks binnen drie maanden na afloop van het boekjaar met betrekking tot dat jaar een balans en een exploitatieoverzicht vast te stellen.
Artikel 7: Vrijwilligers.
1. Voor de vrijwilligers van het Scoutingmuseum is een commissie “Vrijwilligers” ingesteld.
2. Vrijwilligers die op geregelde tijd voor het museum hand en span diensten verrichten kunnen daarin worden opgenomen.
3. Vrijwilligers die in de in lid 1 genoemde commissie zijn opgenomen, worden als eerste aangezocht bij het verrichten van werkzaamheden.
4. Vrijwilligers die in de in lid 1 genoemde commissie zijn opgenomen, vallen onder de verzekering zoals deze door het Scoutingmuseum voor haar vrijwilligers is afgesloten, doch slechts voor de duur van de periode waarin de werkzaamheden worden verricht.
5. Vrijwilligers die in de in lid 1 genoemde commissie zijn opgenomen, worden door het bestuur door middel van een uittreksel uit de notulen op de hoogte gebracht van de voor hen belangrijke beslissingen van het bestuur.
Artikel 8: Vrienden van het Scoutingmuseum.
1. Voor de vrienden van het Scoutingmuseum is een commissie “Vrienden” ingesteld.
2. Vrienden van het Scoutingmuseum worden daarin opgenomen.
3. Vrienden van het Scoutingmuseum zijn zij die door donaties aan het Scoutingmuseum zijn gebonden.
4. Vrienden van het Scoutingmuseum die in de in lid 1 genoemde commissie zijn opgenomen, worden door het bestuur door middel van een uittreksel uit de notulen op de hoogte gebracht van de voor hen belangrijke beslissingen van het bestuur.
Artikel 9: Vergoeding.
1. Bestuursleden, of andere door het bestuur als genoemd in artikel 7 en of artikel 8, genoemde personen kunnen geen vergoeding vragen voor het gene zij uitvoeren voor of ten gunste van de stichting.
2. Het bestuur kan indien daartoe aanleiding is een persoon of instelling voor verleende diensten een klein geschenk doen toekomen, dit kan echter geen geldelijke schenking zijn.